Bij mij thuis aan de wand hing jarenlang een spreuk, “Wie geen fouten maakt, maakt meestal niets”. Er is inderdaad durf nodig om je eigen weg te vinden, het avontuur aan te gaan, en dat geldt ook voor het geloof. Ook dan kun je fouten maken, en dan komt het erop aan niet te stoppen, maar je fouten toe te geven, ervan te leren, en door te gaan.

De tekst van vandaag spreekt me persoonlijk erg aan en kan ons in elke fase van het leven, veel leren over durf, fouten maken en weer doorgaan.
Het verhaal begint met Jezus die, net zoals wij dat soms hebben, behoefte had gekregen aan wat tijd voor zichzelf. Hij had die dag net het nieuws ontvangen dat zijn goede vriend Johannes, bijgenaamd de Doper, was vermoord.  Dat betekende nogal wat. Johannes was namelijk ook de wegbereider van Jezus geweest. En nu stond Jezus er helemaal alleen voor. Hij  had nog geen gelegenheid gehad om dat te verwerken of te bidden.

De aanhangers van Johannes de Doper en anderen waren hem namelijk gevolgd naar de plek waar hij alleen wilde zijn. En daar had hij mensen genezen en ze op een wonderbaarlijke manier gevoed.

En nu had hij het echt nodig om alleen te zijn. Hij zij tegen zijn discipelen: “Vertrekken jullie maar vast met de boot. Ik kom wel als ik de mensen heb weggestuurd.”
De discipelen moeten vertwijfeld zijn geweest, want hoe zou Jezus zelf dan het meer oversteken? En het duurde ook langer dan ze hadden gedacht. Inmiddels was er een flinke tegenwind opgestoken en hun boot werd heen en weer gegooid op het meer. De discipelen waren behoorlijk bang, en nog meer toen ze plotseling een spook meenden te zien.

Het verhaal waar we nu middenin zitten, moeten we niet verwarren met dat van Markus 4. Het zijn ook geen twee versies van hetzelfde verhaal, want in Markus vinden we beide verhalen. In Markus 4 is Jezus de hele tijd aan boord, en een deel van die tijd slaapt hij. In onze tekst van vandaag (en in Markus 6) is Jezus nauwelijks aan boord, en Petrus komt hem tegemoet. Ik ben erg blij met dit verhaal, want het bevat heel nuttigs voor ons eigen leven. En dan doel ik niet alleen op kennis, maar hoe ga je om met angsten en met noodsituaties. En als ik angst zeg, dan bedoel ik ook stress, want stress heb je niet als je nergens bang voor bent.

Tegenwoordig hebben we daar op jonge leeftijd al last van omdat de wereld zo complex is geworden, zo snel gaat en zulke hoge eisen aan ons stelt. De ouderen ons kunnen het verschil goed zien. Vroeger was het niet altijd beter, maar de hoeveelheid informatie die we te verwerken krijgen via TV en internet is nu wel vele malen groter. En het gaat 24/7 door.

Ik geloof dat het verhaal in Matteus letterlijk is gebeurd zoals het er staat. Maar daarnaast is er ook een rijke betekenis als je kijkt naar de symbolen die langs komen. De zee is voor het joodse volk altijd een symbool geweest van angst en dreiging. Kolkende watermassa’s waren aanwezig vóór de schepping, en werden ook het symbool voor vijandelijke volken en chaos en onvoorspelbaarheid in het algemeen. De storm stond voor hetzelfde, en daarnaast ook voor de macht en de straf van God.

De inzittenden van het bootje kun je zien als een plaatselijke gemeente, een kerkgenootschap of zelfs alle christenen bij elkaar. Dat maakt niet zoveel uit. We zijn mensen en daarom zijn ook wij wel eens bang voor alles wat er om ons heen gebeurt. Of we hebben een onbehaaglijk gevoel dat we niet goed kunnen plaatsen. De vrede van Christus heeft niet van de ene op de andere dag al onze zorgen weggenomen. En als je je dan ook nog wel eens verdiept in de profetieën, waar bijvoorbeeld staat dat de liefde van de mensen zal verkillen, en je ziet het ook om je heen gebeuren, met de sluiting van verzorgingstehuizen, corruptie bij banken en toezichthouders in de zorg, tot in de ministeries zelf, fraude, misbruik, opportunisme, zelfverrijking, herleving van de koude oorlog, dan denk je soms: “Kan ik dit allemaal wel aan? En hoe moet het gaan met mijn kinderen en kleinkinderen, of met mijn ouders”?

De reactie van de meesten is om afleiding te zoeken, of dicht tegen elkaar aan te kruipen in het bootje. Dat kunnen we trouwens ook doen via de social media. Ieder in zijn eigen groepjes op Facebook, twitter, enzovoort. Zonder dat we nu precies doorgronden wat er gaande is, of echt rust vinden. Integendeel, hoe meer we horen en zien, hoe meer we doordrongen raken van het kwaad in de wereld. Tot op zekere hoogte wennen we eraan, maar we blijven alert en onrustig.

Nou, dat is dus niet hoe Petrus het aanpakt. Hij wordt actief en stapt op Jezus af.
En dit is trouwens een stuk van het verhaal dat alleen Mattheus aan ons doorgeeft.
Nu geloof ik niet in de romantische uitleg dat Petrus alleen maar heel graag bij Jezus wilde zijn. Petrus stapt uit het bootje en gaat zelf op onderzoek uit. Net als Jezus heeft hij er behoefte aan om niet altijd alleen maar in die groep te zitten.
Volgens mij is hij gemotiveerd door twee dingen.
In de eerste plaats wil hij weten of Jezus wel is wie hij zegt dat hij is.
Want hij is nog niet overtuigd. Daarom zegt hij: “Here, als u het bent, laat mij dan naar u komen”. In de kerk hoor je ook zoveel, maar wat is daar nou eigenlijk allemaal van waar? Soms lijkt Jezus niet meer dan een soort geest die rondhangt en van een afstand naar ons kijkt. Ook al blijven we hardnekkig beweren dat hij in ons midden is.

En in de tweede plaats wil Petrus wel eens weten hoe dat gaat, lopen over water, als het ook nog stormt. En zo hebben wij er soms ook behoefte aan om nu eens echt te weten hoe je rustig kunt blijven als je al die vreselijke dingen hoort, of hoe je er iets aan kunt doen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het de laatste maanden ook moeilijk vind om niet alleen maar boos te zijn over alles wat er mis gaat in Europa en zelfs in ons eens zo tolerante en vredelievende Nederland. Soms word ik er helemaal door in beslag genomen, en dreig ik figuurlijk kopje onder te gaan. Hoe kan Jezus zo rustig blijven, zijn wederkomst blijven uitstellen, en ons laten aanmodderen? Tegelijkertijd weet ik dat het goed is dat hij zo rustig kan blijven, en niet met harde hand terugslaat. Als wij dan maar meer van die vrede zouden ontvangen, zodat we hem echt kunnen volgen.
Dan zouden ook meer mensen aan ons kunnen zien dat het christendom de moeite waard is.

Het mooie is dat Christus niet tegen Petrus zegt: Ho, wacht eens even, dat is alleen voor mij weggelegd. Ga terug in dat bootje, ga maar bidden dat je behouden blijft met de anderen. Hij vraagt ook niet: kun je niet wachten tot ik aan boord kom?
Hij zegt ook niet: Wie ben jij dat je een intensere ervaring zoekt dan de anderen.
Jezus zegt maar één woordje: “Kom”. Wat spreekt er uit dat ene woordje een enorme acceptatie, een welkom, een troost. Wat is het geweldig dat innerlijke rust en zelfbeheersing niet voorbehouden is aan de Heer. Dat wij zelfs tot Hem mogen komen als we nog twijfelen, en dat we dan van Hem mogen leren.

En inderdaad, ook Petrus blijkt in staat om op het water te lopen, storm of niet.
Het is niet nodig dat de stormachtige gebeurtenissen in deze wereld ons naar beneden trekken. Het is niet nodig om in de masssa op te gaan, om net zo onberekenbaar en nietig te worden. We hoeven ons niet te laten degraderen tot pionnen die achteloos heen en weer worden geschoven op het toneel van de wereldmachten, het grote geld, de strijd om werk en maximaal genot ten koste van anderen. We hoeven niet toe te geven aan pogingen van wereldleiders om ons angst in te praten, angst die voor hen heel nuttig kan zijn, omdat we dan bereid zijn hen slaafs te volgen.

Mattheus schrijft in hoofdstuk 10: “En vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de gehenna. Worden niet twee musjes om een penninkje verkocht? En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader. En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven.”
We hoeven dus niet bang te zijn voor welke menselijke vijand ook. Deze kan alleen het lichaam doden, maar niet veranderen wie we in het diepst van onze ziel zijn. Hij kan ons ook niet scheiden van de liefde van God. We hoeven dus niet mee te doen aan de spelletjes waarin we alles en iedereen moeten haten wat ook maar een klein beetje anders is. En juist daarom is het ook zo goed om af en toe eens uit dat bootje te stappen, ons onder andere mensen te begeven, die net zo onderweg zijn en authentiek proberen te leven als wij.

Net als Jezus kunnen we als het ware lichter worden, zodat we de storm nog wel merken, maar er minder door worden beïnvloed. In het andere verhaal, in Markus 4, bestraft Jezus de wind.  Maar hier leren we dat het een veel grotere uitdaging is om vrede te hebben en vrede uit te dragen te midden van de storm. Hij neemt te storm niet altijd voor ons weg. En in zekere zin helpt de storm juist om meer medemenselijkheid te ontwikkelen, als we daar tenminste op gericht blijven.

Want nu komt de belangrijkste en moeilijkste vraag: Hoe kwam het nu dat Petrus uiteindelijk zonk? Volgens het verhaal was het omdat hij merkte of voelde hoe sterk de wind was en bang werd. Het is erg onwaarschijnlijk dat hij daar tot nu toe niets van had gemerkt of gevoeld. We moeten de nadruk daarom leggen op het woordje “sterk”.
Wat Petrus waarschijnlijk ging doen was het vergelijken van de kracht van de storm met de kracht die hem boven water hield. Bovendien wordt onze aandacht vaak onwillekeurig getrokken naar datgene wat we het meeste vrezen. Eerst is dat voor Petrus het spook, en dan zijn het weer de golven. Ook wij vinden altijd wel iets om bang voor te zijn. Sommige christenen zijn zelfs bang om aan het avondmaal deel te nemen, omdat ze zichzelf te zondig vinden. Of ze zijn bang dat ze niet streng genoeg zijn in het geloof. Of niet genoeg doen.

Maar het gaat helemaal niet om onze zondigheid, om uitgebreide theoretische bijbelkennis of om dadendrang. Het was goed dat Petrus de eerste stap zette, maar voor de rest lag het niet aan hem, behalve dan aan zijn geloof. Jezus noemt hem een kleingelovige en vraagt waarom hij twijfelde. De griekse taal heeft maar één woord voor zowel geloof als vertrouwen. We kunnen dus zeggen dat Petrus te weinig vertrouwde, zowel op Jesus als op zichzelf. Want samen hadden ze het toch voor elkaar? Petrus liep toch al op het water? Dat was het beste bewijs dat het ook kon. Maar als je een garantie zoekt dat je nooit meer in het water zult zakken, dan is die er niet. En als je eerst wilt begrijpen hoe de liefde alles overwint voordat je bereid bent jezelf volledig te geven, dan ben je je eigen grootste struikelblok.

Onze neiging om alle risico’s uit te sluiten maakt ons zo’n gemakkelijke prooi voor machthebbers. Angst voor de joden en voor werkeloosheid stelde Hitler in staat om miljoenen voor zijn karretje te spannen. Angst voor wapens van massa-vernietiging leidde tot de vorige oorlog in Irak. Angst voor een opstand leidde tot de kruisiging van Jezus. En nu is er angst voor moslims en Russen. En daarvoor zijn we zelfs bereid onze economische groei op te offeren, die voorheen zo heilig was.  Ook misplaatste trots kan ons verzwakken. Doordat we bang zijn onze status of welvaart te verliezen, verliezen we contact met de bron van onze kracht, zodat we juist verliezen waar we zo trots op zijn. Dat is op dit moment aan de hand in Nederland, in Amerika  en op veel plaatsen in de wereld.

Maar met ons hoeft het niet zo te gaan. Jezus heeft het geheim van de liefde met ons gedeeld. Toen Petrus twijfelde, schoot hij opnieuw te hulp. Dat wil hij ook keer op keer bij ons doen.

En merk op dat Petrus na afloop weer in het bootje terugkeert, met Jezus aan zijn zijde.
Wat hij heeft geleerd, wil hij niet voor zichzelf houden. Bovendien heeft hij ervaren toch niet zo anders te zijn dan de rest. Hij ziet opeens wat andere mensen in het bootje zitten die ongeveer dezelfde ambitie hebben als hij. Ook zij willen de confrontatie aangaan met zichzelf en zich niet laten afremmen door angst en aannames en kuddegedrag. Ook zij willen Jezus echt volgen, ook over het woeste water. Juist daarom kan Petrus het beste samen met zijn mede-christenen optrekken, om elkaar wederzijds aan te moedigen en te ondersteunen.
Jezus is weer in hun midden, mede door het getuigenis van Petrus. De storm is als vanzelf gaan liggen. En hun respect voor de kracht van de God van liefde is gestegen. Van hieruit roepen de discipelen, met de christenen van alle eeuwen en van alle kerken: “U bent werkelijk Gods zoon”.

Amen.

Gebed

Here God, we zeggen u dank voor uw woord, dat ons houvast geeft in goede en slechte tijden. Wees met uw kerk over heel de aarde, en geef ons durf op de kracht van uw liefde te vertrouwen. Dat we mogen blijven leren, niet alleen uit boekjes, maar vooral door ons eigen vallen en opstaan. Leer ons om u te durven volgen, zodat we niet alleen horen of lezen over apostelen en pioniers, maar ook zelf pioniers worden, die persoonlijke ontdekkingen doen en ervaringen met U hebben. En wees met onze leiders, zowel in de kerk als in de wereld, zodat ze niet vergeten dat het om mensen draait, en niet om macht en manipulatie. Leer hen zien dat we in één schuitje zitten.
Het leed van de één is het leed van de ander. Daar helpt geen oorlog en geen geweld tegen.  Daar past alleen liefde, dialoog en solidariteit.

Maar soms raken we gefrustreerd en de storm in de buitenwereld wordt een storm in onze binnenwereld. Geef ons dan de moed om te doen wat wij kunnen en de vrede om te accepteren wat we niet kunnen veranderen. Zodat we niet worden meegezogen in de vicieuze cirkel van haat en vergelding. Leer ons zonder hoogmoed mededogen te hebben met degenen die denken dat verdeeldheid, wedijver en dwang goed voor ons zijn. Help ons om niet overspoeld te raken met nutteloze informatie, propaganda en reclame, maar eruit te halen wat nodig is voor de taak die u ons geeft. Wees zo met al uw kinderen, met onze familie en vrienden, jong en oud, ziek of gezond. Breng ons ook eens tesamen in uw Koninkrijk, waar geen pijn, verdriet en angst meer zal zijn.
Amen.

Dit bericht is ook beschikbaar in het: Engels