Uw macht is de bron van uw rechtvaardigheid, zo lazen we in het boek Wijsheid, dat traditioneel wordt toegeschreven aan de wijze koning Salomo. Een prachtige samenvatting van Gods natuur en van de werking van Zijn oordeel. Tegelijkertijd geeft dit nu precies aan wat het verschil is tussen aardse en goddelijke macht. Hier op aarde geldt nogal eens: hoe meer macht, hoe meer onrechtvaardigheid. Zelfs wanneer een decreet goed bedoeld is en rechtvaardig lijkt, mondt het toch nogal eens uit in onrechtvaardigheid.

Zo is het bestrijden van toeslagenfraude op zich iets goeds, omdat je niet iedereen extra belasting wilt laten betalen voor onterechte toeslagen. Maar we hebben gezien hoe dramatisch zulke maatregelen kunnen ontsporen en een ongekend leed kunnen veroorzaken, dat zich nog jaren voortsleept. Terwijl veel vluchtelingen het wonen in Nederland hoog op hun wensenlijst hebben staan, waren er onder de toeslagenouders juist enkelen die Nederland zijn ontvlucht. Ook de asielprocedure laat zien dat overheden voortdurend meer beloven dan ze waar kunnen maken. Het lijkt ons als mensheid maar niet te lukken om aan elkaar recht te doen.

Salomo, die zelf koning was, heeft ingezien dat alleen God volmaakt rechtvaardig kan zijn. En het sleutelwoord hierbij is menslievendheid. God gebruikt zijn macht niet om even te laten zien wie er de baas is, of om maatregelen door te drukken, die toevallig in zijn wettelijke gereedschapskist zitten. Gods macht stelt God juist in staat om zachtmoedig te oordelen en op milde wijze te regeren. En in vers 19 stelt de schrijver dat dit ons zou moeten leren dat ook onze rechtvaardigheid alleen compleet is als we menslievend zijn. Maar laten we eens kijken wat dit dan inhoudt.

Onkruid met rust laten

De gelijkenis van het onkruid geeft ons een belangrijke aanwijzing. Om maar meteen tot de kern te komen: de eigenaar van de akker wil niet dat zijn dienaren meteen beginnen het onkruid te verwijderen, zodra ze dat menen te zien. De les is dat het onkruid teveel verweven is met het graan. Het kan niet afzonderlijk worden verwijderd, althans niet zonder schade aan te richten. U kent vast wel de uitdrukking “het middel is erger dan de kwaal”. Dat is voor ons een les in terughoudendheid. Ja, ook als het bijvoorbeeld gaat om andere meningen binnen de kerken, zeker zolang wij de vruchten daarvan nog niet kunnen zien.

Zodra wij subtiel of minder subtiel een andere stroming van het christendom gaan bestrijden of verdacht gaan maken, dan hebben wij minder oog voor wat ons verbindt, en richten we mogelijk meer schade aan dan we voorkomen. En we zouden dan ook vergeten dat niemand zichzelf heeft geplant.

We bevinden ons allemaal in een context waarin wij denken min of meer het goede te doen, en zolang we dat denken, kan het ons ook moeilijk kwalijk worden genomen, want dan handelen we in overeenstemming met ons geweten. Maar dat wil niet zeggen dat we ook alleen maar goede vruchten zullen voortbrengen. Was het maar zo.

In ieders leven, ja ook dat van koningen en ministers, komen goede dingen en slechte dingen voor. Net zoals bij de toeslagenaffaire kun je dat vaak pas achteraf zien. In theorie is veel ellende te voorkomen, maar in de praktijk lang niet alles. Dat vreemde verschijnsel wordt door Jezus in deze gelijkenis in verband gebracht met de duivel. Dat geeft in ieder geval aan dat niet alles in deze wereld met goede bedoelingen gebeurt. Maar desondanks is meteen ingrijpen vaak niet de oplossing.

Het is niet zwart-wit

Ik heb eens gekeken op internet hoeveel soorten onkruid er zijn. Dat is duizelingwekkend veel. Sommige soorten zijn niet eens lelijk of zelfs nuttig en dan kun je ze eventueel gewoon laten staan. In onze voortuin staat een bepaald soort onkruid (ik heb de naam niet kunnen vinden – misschien kunt u het mij vertellen) waarvan de zaden alle kanten op schieten zodra je het plantje eruit trekt. En zo hielp ik ongewild mee aan de verspreiding!

Overigens, als ik niets doe, schieten die zaden er nog steeds uit, namelijk als ik er niet bij ben. Mijn invloed is dus zeer klein. Het enige dat wel wordt aangeraden is zorgen dat er een bodembedekker groeit. Dán heeft het onkruid minder kans. Zo kunnen wij ook, door het goede te doen, het kwade minder kans geven. Dat is eigenlijk ook het enige dat van ons wordt gevraagd.

Wil dat nu zeggen dat er geen noemenswaardig verschil is tussen goed en kwaad en dat we alles maar moeten accepteren? Zeker niet. De dienaren in de gelijkenis zien wel degelijk onkruid om zich heen, en misschien ook wel in zichzelf. En dat ontkent Jezus niet. Ze stellen er ook vragen over en Jezus geeft antwoord. Idem bij de discipelen. Dat betekent dat het goed is om over deze dingen te reflecteren, in gesprek te blijven en te bidden om wijsheid.

Diversiteit is neutraal

Maar blijkbaar heeft diversiteit dus niet alleen een mooie kant, waarbij iedereen wel verschilt, maar het toch in wezen met elkaar eens is of zou moeten zijn. Ook is niet elke diversiteit per definitie alleen maar heilzaam. Nee, de uitdaging van diversiteit is juist om het op een beschaafde manier oneens te zijn met elkaar, elkaar te verdragen, en in ieder geval niet te cancellen. Want dat is te vergelijken met het uit de vruchtbare grond trekken van een stuk onkruid. Zo mogen mensen elkaar nooit zien.

De uitdaging is ook om het onrecht niet meer alleen bij de ander te zien, maar ook in de onbedoelde bijwerkingen van onze eigen opvattingen en woorden. We hebben allemaal de neiging om de schaduwzijde van ons handelen te vergoelijken. Voorbeelden te over in de politiek en daarbuiten. En als we al excuses aanbieden dan is het eerder voor iets dat lang geleden door anderen is gedaan, dan voor onze eigen missers van nu. Het is niet om moralistisch te zijn, maar we zien gewoon dat het vaak zo werkt.

Voorbij goede bedoelingen

Als christenen gaan we niet direct uit van iemands kwade bedoelingen. Maar zelfs als de bedoelingen goed zijn: het gaat om de vruchten. Wie lijdt door iets dat gezegd of gedaan is, heeft eigenlijk geen boodschap aan goede bedoelingen. De ander merkt alleen de gevolgen, of hoort tussen de regels door de veroordeling. En welke groep dan ook zal het altijd (en terecht) moeilijk hebben met suggesties dat zij minderwaardig zouden zijn.

Misschien helpt het om mij af te vragen: Zou ik als onkruid willen worden gezien? En zo niet, kan ik mij dan niet beter beperken tot een poging het goede voorbeeld te geven? Is dat niet al moeilijk genoeg? Ik zeg dit trouwens ook tegen mezelf, want ook ik heb vaak vrij snel mijn oordeel klaar, zelfs als ik nog niet alle feiten ken.

De akker in de gelijkenis is overigens niet de kerk, zoals vaak wordt gedacht, maar de hele wereld. Jezus legt dit zelf zo uit. Daar leven en werken wij. En daar heerst een nog een veel grotere diversiteit. Het is misschien niet de diversiteit die we graag zouden willen zien, maar we zullen het ermee moeten doen. Paulus heeft het in de brief aan de Romeinen zelfs over een soort slavernij van de schepping en over de verborgenheid van de kinderen van het licht.

Hoopvol afwachten

Want het is niet alleen een mysterie waar het kwaad nu precies vandaan komt en hoe het in stand blijft, maar het is ook niet altijd duidelijk wie er dan aan de goede kant staat.
Paulus noemt het zo: we zijn in afwachting van de openbaring van de kinderen Gods. In dat spanningsveld leven wij: enerzijds hebben wij als voorschot de Heilige Geest ontvangen, anderzijds zijn wij nog werk in uitvoering. Een werk dat alleen door God, op diens tijd kan worden voltooid.

Maar in die hoop mogen wij wel leven! En door die hoop krijgt ons geloof zin en ons leven betekenis. Dat geeft ook de moed om vol te houden. Paulus geeft zelfs een nieuwe betekenis aan het woord “volharding”. Het is bij hem niet een soort hardnekkigheid, fanatisme of verbetenheid waarmee wij vasthouden aan onze eigen overtuiging of die van een bepaalde gemeenschap. Nee, het is het oefenen van geduld dat het goede uiteindelijk zichtbaar wordt en overwint, soms met onze medewerking, maar soms ook ondanks onze tegenwerking. Rechtvaardig, barmhartig en geduldig is God, door Christus, onze Heer.

Woord voor de week

Wij mensen zijn zo met elkaar verbonden, dat elke scheiding pijn doet. Jezus raadt ons dan ook af om allerlei onnodige scheidslijnen te hanteren. Die eeuwige “wij en zij”.

Het kwaad is ook veel minder goed aanwijsbaar dan wij denken. En ja, wij falen ook. Daarom is het goed dat wij uit genade nog altijd samen mogen opgroeien. En we mogen uitzien naar een toekomst die niet hoofdzakelijk door ons en onze kieskeurigheid wordt bepaald, maar door onze Schepper. Moge God ons in de tussentijd helpen een klein stukje van zijn rechtvaardigheid in woord en daad te weerspiegelen.