Op veel plaatsen wordt vandaag aandacht besteed aan Allerheiligen en Allerzielen. Daarbij gaat het vooral om de thema’s van leven en dood, en de lezingen van vandaag bereiden ons daarop voor.
In protestantse kringen ligt de nadruk op Hervormingsdag. Eén van de dingen waar de reformatie zich tegen afzette, was nu juist die heiligenverering. Je zou bijna denken dat Hervormingsdag uit concurrentie-overwegingen vlak vóór Allerheiligen was gepland, of om de mensen af te houden van het heidense Halloween, maar het is waarschijnlijk gewoon toeval. Er zijn geen aanwijzingen dat Maarten Luther zijn stellingen, vandaag precies 504 jaar geleden, met opzet op 31 oktober ophing.

Tegenwoordig plaatsen we al die denkbeelden niet meer zo uitdrukkelijk tegenover elkaar. Onder paus Johannes Paulus II tekenden de katholieke kerk en de Lutherse wereldfederatie in 1999 een gezamenlijke verklaring om de eenheid weer te bevorderen. En de anglicaanse kerk waar ik zelf toe behoor, heeft altijd enigszins vastgehouden aan een heiligenkalender. En die wijkt maar weinig af van die van Rome. Vandaag pas ik het begrip hervorming dan ook in een bredere betekenis toe. Waar het bij hervorming volgens mij vooral om gaat is om steeds terug te keren naar de bijbelse bron, en om de dingen duidelijk op een rijtje te zetten. Dat wil ik dus vandaag enigszins met u proberen te doen als het gaat om de thema’s van leven en dood.

Geestelijk leven

Jezus zegt: ik ben de weg, de waarheid en het leven. Je zou ook kunnen zeggen: Hij is de weg naar de waarheid en het leven. Waarheid en leven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Als je leugens vertelt of gelooft, dan heb je immers geen leven, geen goed leven in ieder geval. In 1 Petrus 3 lezen we dat wie het leven liefheeft en gelukkig wil zijn, geen laster of leugens over zijn lippen moet laten komen. Dan gaat het over de kwaliteit van leven. Over authenticiteit, jezelf mogen zijn en spiritualiteit. Dat is iets anders dan het biologische, dierlijke leven. En daarnaast heb je ook nog het eeuwige leven. Het is goed om als de Bijbel over leven spreekt, steeds na te gaan welke soort van leven wordt bedoeld, want dat verschilt.

Biologisch leven

In de tekst van Job die we hebben gelezen, gaat het bijvoorbeeld over biologisch en misschien ook eeuwig leven. We komen veel verwijzingen tegen naar stof, huid, vlees en ogen. Alles heel tastbaar en bepaald niet zweverig. Dat is ook wel kenmerkend voor de joodse geloofsbeleving. Het aardse leven ging goed samen met spiritualiteit. Ook tegenwoordig ontdekken we weer de belangrijkheid van (de zorg voor) ons aardse leven en van onze verantwoordelijkheid hier beneden. Vorige maand, met een uitloper naar Dierendag, heeft de anglicaanse kerk extra aandacht geschonken aan de zorg voor de schepping. En die schepping omvat nadrukkelijk ook ons eigen kwetsbare, biologische bestaan. Je zou ook dat kunnen zien als een soort hervorming, in een kerk die zich vroeger iets teveel beperkte tot het hiernamaals en tot allerlei vergezochte en nu niet meer zo aansprekende dogma’s.

Eeuwig leven

Maar de keerzijde hiervan is dat we wel eens doorschieten en denken dat het uiteindelijk alleen om dit leven gaat. In plaats van lid te zijn van een kerk, zou je dan net zo goed alleen lid kunnen zijn van een paar organisaties zoals Greenpeace, Milieudefensie en Foodwatch. Bij alle aandacht voor deze schepping is het goed om te onthouden dat als er geen opstanding van de doden was, we nog steeds geen hoop zouden hebben. Paulus schrijft dit heel duidelijk in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen, hoofdstuk 4. Hij wilde ons niet in het ongewisse laten over de doden, zei hij, en daarom mogen ook wij dat onderwerp niet zomaar even wegstoppen.

Nu is het nog maar de vraag of Job ook reeds doelde op dat leven na de dood. Daar zijn de bijbelgeleerden het niet over eens. Maar wat mij in ieder geval opviel toen ik de tekst nog eens las, was dat hij zegt: “Mijn Verlosser leeft”. Het gaat Job er dus niet om of hijzelf leeft of sterft, maar of zijn Verlosser leeft. Dat is bepalend voor zijn toekomst. En wat voor een toekomst. Want er staat ook in de bijbel dat niemand God kan zien en kan blijven leven. En toch zegt Job rustig dat Hij God zal zien. Dat wijst voor mij toch wel heel sterk op een eeuwig leven.

De God van levenden

Maar ik geef toe dat het Nieuwe Testament in dit opzicht duidelijker is. Wat Paulus erover zei heb ik al genoemd. En in het evangelie van Marcus geeft Jezus een heel bijzonder argument waarom de opstandig ook al in het Oude Testament te vinden is. God maakte zich namelijk aan Mozes bekend als de God van Abraham, Izak en Jakob. Die zijn natuurlijk niet meer onder ons en in de tijd van Mozes ook al niet. Toch duidde God zichzelf op deze manier aan. Wel een beetje vreemd eigenlijk, om je als eeuwige God zo te verbinden met en zelfs te vernoemen naar een paar sterfelijke mensen.

Maar juist daarin zat (en zit nog steeds) de kracht. Als de Heere jouw God is, dan stopt dit niet bij de dood. En daarom zijn ook Abraham, Izak en Jakob niet louter verleden tijd. Jezus zegt eigenlijk dat Gods verbond met mensen geen expiratiedatum heeft. Wij zijn gewend dat allerlei contracten van rechtswege vervallen wanneer iemand overlijdt, of dat rechten automatisch overgaan op de erfgenamen, maar dat ligt toch anders met de hemelse rijkdom. Jezus die trouw was tot in de dood wijst naar zijn Vader die trouw is tot na de dood, ook jegens de mensen van toen.

Toen mijn vader twee jaar geleden overleed, hebben we bewust niet op de steen laten zetten “hier rust”, maar “hier rust tot de opstanding”. Het verhaal van Gods gang met de mensen eindigt immers niet met rust en berusting. Het eindigt nooit. Daarom heb ik ook zoveel moeite met de term “voltooid leven”. Ik begrijp best wel dat er ouderen zijn die voelen dat ze al genoeg uit het leven hebben gehaald of voor wie het juist te pijnlijk is dat ze niets meer kunnen. Dat geeft inderdaad moeilijke dilemma’s. Maar niets meer kunnen betekent nog niet dat het klaar is. Zoveel mensen hebben in dit leven niet bereikt wat ze wilden, zovelen zijn dingen ontzegd, zovelen zijn zelfs als ongedierte verdelgd of misbruikt. Niet voor niets roept in het boek Openbaring, hoofdstuk 6, het bloed van de martelaren tot God. En ze krijgen nog antwoord ook. Er komt zowel eerherstel als vergelding.

Eenzijdig leven

Maar wat gebeurt er als je daar allemaal niet in gelooft? Als je van de drie soorten leven er maar één erkent, namelijk het biologische leven? Als het spirituele en het eeuwige leven er niet toe doen?
Dan krijg je precies de verwarring waar Paulus over sprak en die hij zo graag wilde wegnemen. En die verwarring gaat zelfs ten koste van het biologische leven. Het verklaart waarom we enerzijds zo krampachtig vasthouden aan het leven en steeds meer geld uitgeven aan de zorg, en dan vooral aan medicijnen en vaccins, en anderzijds juist bezuinigen op psychiatrie, zoals met prinsjesdag opnieuw gebeurde, ondanks de demissionaire status van het kabinet. En eerder al werd de BTW op gezond eten verhoogd en werden massaal IC-bedden afgeschaald en ziekenhuizen gesloten. De bestrijding van ziekten vindt vooral plaats daar waar er flink aan kan worden verdiend, namelijk in de rijkere landen. En als er dan toch hulp naar arme landen wordt gestuurd, dan is het niet op kosten van de rijke producenten. Ziet u wat hier gebeurt? Als het eeuwige leven niet meer belangrijk is, dan zou je verwachten dat het aardse leven hoger wordt geacht, maar beide raken dan in het slop. Alleen voor wie geld heeft, wordt gezorgd. En dan alleen totdat het leven als voltooid wordt aangemerkt.

Ik hoop en bid dat wij als christenen en als kerk niet teveel meegaan in die benadering. Vroeger lag de nadruk wellicht teveel op de ziel, nu is het gevaar juist dat alles wordt vertaald naar lichamelijk welzijn en veiligheid, waarvoor je dan ook nog zelf verantwoordelijk bent. Angstig en boos kijken we vervolgens naar elkaar als zich ook maar het kleinste risico voordoet.

Een ander voorbeeld van zulke eenzijdigheid, dat ik toch wil noemen, zien we bij de onlangs overleden dominee Jan Zijlstra. Over de doden niets dan goeds. Zijn genezingsdiensten maakten een hele gelovige indruk en waren ongetwijfeld goed bedoeld. Mijn moeder, die dit jaar overleden is, ging er graag heen. Maar zoals Stevo Akkerman terecht in Trouw opmerkte, heb je niets aan de illusie dat het lijden in alle gevallen afwendbaar zou zijn. En al zeker niet aan de suggestie dat het aan jouw gebrek aan vertrouwen of gehoorzaamheid ligt wanneer je niet geneest. Of dat je niet genoeg zou hebben gebeden. Dit soort geloof kan net zo’n ontkenning van ons aardse bestaan worden als het geloof dat alleen maar over de ziel spreekt. Ik zie in het geloof eerder een noodzakelijke verrijking en een aanvulling van ons stoffelijke bestaan. Het één kan eigenlijk niet zonder het ander.

Volwaardig leven

Wanneer je je dus hoofdzakelijk richt op één van de drie soorten leven, sta je uiteindelijk altijd met lege handen. Dan maken we dezelfde fout als de farmaceutische industrie die wonderen belooft met de nieuwste uitvindingen. En zo schrok ik ook van wat de ongeneeslijk zieke zanger en tekstdichter Jan Rot overkwam. Iemand schreef hem doodleuk dat kanker vrij gemakkelijk te genezen is, “je moet alleen even weten hoe”. Hoe moet je je dan voelen? Het zijn in wezen verschillende vormen van grootheidswaanzin. De mens die de dood wel even trotseert.

Laten wij er noch aan meedoen, noch bang voor zijn. Onze hoop ligt elders. En wel bij de levende God en bij Jezus Christus, die niet door de dood gehinderd wordt en altijd onze hogepriester is, tot in eeuwigheid volmaakt. In zijn allesomvattende leven, van alle drie soorten leven bij elkaar, en in dat priesterschap mogen wij ook delen. Wij mogen onszelf, elkaar en anderen altijd weer verbinden met Hem die leven geeft in overvloed. En vanuit die overvloed kunnen wij er zijn voor elkaar, niet meer voortgedreven door angst en doemscenario’s. Dan weten wij ons ook verenigd met de heiligen van alle tijden, en de geliefden die ons (ogenschijnlijk) zijn ontvallen. Moge de levende Heiland altijd de kern, de bron en het anker van ons geloof zijn. Tot eer van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

Gebed

Eeuwige God, hemelse Vader,
Dank U voor de woorden van hoop die Christus achterliet. Dank dat het woorden van leven zijn, die uitstijgen boven het broze leven op deze aarde, het leven dat wij de ene keer zo verafgoden om het op andere momenten te verachten. Leer ons het leven te respecteren zonder er een industrie van te maken. Geef ons de moed om, als de tijd daar is, ons eigen leven en dat van anderen ook los te kunnen laten, wetende dat het leven meer is dan overleven. 

Zegen allen die zich door u geroepen weten. Dat de kerk het beste in mensen naar boven mag halen, en ook niet alleen uit zelfbehoud. Houd ons ook scherp als verleidingen en misleidingen terrein winnen. Als de wereld geregeerd wordt door angst en manipulatie. Dat wij dan vasthouden aan uw beloften, maar ook durven in te zien en aan te geven wat daarmee niet in overeenstemming is, binnen en buiten de kerk. Dat wij ons blijven bekeren en blijven oproepen tot bekering.
Om Jezus’ wil, amen.