Het is niet mijn bedoeling om er reclame voor te maken, maar Addy en ik kopen een deel van onze groente en fruit bij een bezorgdienst genaamd “de Grote Verleiding”. Met die naam hebben ze waarschijnlijk willen uitdrukken dat hun koopwaar van hoge kwaliteit is en daarmee onweerstaanbaar. Dit is maar één van de vele voorbeelden dat verleiding en verleidelijkheid in onze maatschappij meestal als iets goeds worden gezien. Marketing deskundigen zijn zelfs hele dagen bezig manieren te bedenken om mensen te verleiden om hun zuurverdiende geld toch maar aan dat ene artikel uit te geven, ook al heb je dat niet eens nodig of kun je het eigenlijk niet betalen. Duizenden etalages strekken hun tentakels uit tot in onze huiskamers en we dragen ze zelfs met ons mee op onze mobieltjes.

Ook machthebbers hebben ontdekt dat verleiding werkt als het gaat om het creëren van draagvlak voor steeds nieuwe ingrepen en omwentelingen die zij in hun wijsheid profijtelijk achten. Maar is dit allemaal nog wel zo onschuldig? Wordt verleiding niet al heel snel misleiding, wanneer handig gebruik wordt gemaakt van onze eigen ijdelheid, luiheid of juist dadendrang, onzekerheid of uitzichtloosheid? En hoe kunnen wij ons wapenen tegen datgene wat niet alleen van buitenaf komt, maar wat wij ook van binnenuit in stand houden als we er impulsief en kritiekloos in meegaan?

In het evangelie, net als in het verhaal van Job, stond God toe dat een mens werd getest. Want zo kun je verleiding ook zien. Het is vaak een scenario dat ons helpt onszelf en anderen beter te leren kennen. Tenzij je natuurlijk als lijfspreuk hebt “verleidingen zijn er om aan toe te geven”. De moraal van het verhaal is in ieder geval dat we mogen gaan inzien dat veel van wat op het eerste gezicht aantrekkelijk is (vandaar het woord bekoring) of ergens een oplossing voor lijkt te bieden, ons in werkelijkheid niet helpt, maar juist onszelf en anderen schaadt.

Dat iets een test was, kun je vaak pas achteraf concluderen. Dus als er staat dat de Heilige Geest Jezus naar de woestijn leidde om verzocht te worden, dan hoeft dat niet het hoofddoel te zijn geweest. Ik denk dat Jezus in de eerste plaats ging om te bidden, te mediteren en te vasten. Maar als je zoiets serieus doet, dan komen vaak wel de grote vragen boven drijven. Dan vraagt die vastenperiode ons om afwegingen te maken. Op wie gaan wij ons vertrouwen stellen, hoe gaan wij ons steentje bijdragen aan een betere wereld? Welke valkuilen zijn er?

Alles draait om mij

Als je kijkt naar de dingen waar de duivel Jezus mee probeert te strikken, dan gaat het opvallend vaak over wat wij als enkeling nodig denken te hebben. Heb ik wel genoeg te eten? Ben ik wel veilig genoeg, zelfs als ik het gevaar opzoek, door als het ware van het dak van de tempel te willen springen? En ten slotte: heb ik wel genoeg macht, bezit of aanzien? Vrijwel nooit gaat het de duivel echt om de daadwerkelijke belangen van de hele samenleving.

Jezus draait het om. Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. Dan zal iedereen daarvan profiteren. Alles wat je nodig hebt, komt daaruit voort. Dát te verkondigen was voor Jezus vele malen belangrijker dan een paar stukjes brood voor hemzelf op dat moment. Let wel, dit was geen kwestie van “het geestelijke is belangrijker dan het materiële”. Voor Jezus was het overwinnen van korte termijn belangen een voorwaarde voor zowel het lichamelijke als geestelijke welzijn van de bevolking. En als je dan nu ziet hoeveel geld speculanten weer even snel hebben verdiend aan de hoge prijzen van graan en gas, dan wordt het je droef te moede. Dan is er niets gedaan met het woord van God. Dan zijn mensenlevens weer veracht. Maar juist daarom moet Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid bij ons voorop staan.

Een wedstrijd in volgzaamheid

Het tweede waarmee de duivel ons kan proberen te chanteren is onze behoefte aan bewondering, aan het spectaculaire en tegelijk aan veiligheid. Hoe pronken we soms niet met onze prestaties. En als ons bescherming is beloofd, dan denken we verder niet meer na. Mijn ouders vroegen ons als kinderen al: “Als iemand in de sloot springt, doe jij het dan ook?” Welnu, we zijn ertoe in staat. Soms zien we geen gevaar als het er wel is, en wel gevaar als het er niet is. En door anderen voor ons te laten kiezen, verzoeken we ook nog eens God, zegt Jezus. God is niet degene die op deze manier getest moet worden, wij zijn het. En daarom sprong Jezus niet van het dak van de tempel, ook al was dat best wel spectaculair geweest.

Sta mij toe nog iets dieper in te gaan op dat zelf kiezen. Steeds meer beslissingen worden tegenwoordig automatisch genomen, door algoritmes, ook wel kunstmatige intelligentie genoemd. Ook worden steeds meer beslissingen genomen op basis van incomplete computermodellen. Véél goedkoper en sneller dan echt onderzoek, maar ook met hoge risico’s. De afgelopen jaren hebben meerdere denkers deze algoritmes al onze nieuwe goden genoemd. Volgens sommigen zouden we zelfs geen andere keus hebben dan hen te gehoorzamen. Want zij zouden ons beter kennen dan wij onszelf.

Hier wordt dus voor god gespeeld. In de Bijbel staat immers “alleen Gij kent het hart van alle mensenkinderen” (1 Kon. 8:39). En zelfs al zouden computers al onze voorkeuren kennen, dan wil dat nog niet zeggen dat we ons daardoor moeten laten leiden. Onze voorkeuren kunnen immers ook, juist door alle verleidingen, op totaal verkeerde dingen gericht zijn. Helaas hebben zulke denkers wel grote invloed op de inrichting van onze maatschappij en op onze investeringen.

Nu ben ik de laatste om allerlei uitvindingen bij voorbaat af te wijzen. Ik vind het ook leuk om met ChatGPT te spelen. Maar als er gesteld wordt dat we eigenlijk geen keuze hebben, zouden alle alarmbellen moeten afgaan. Want God heeft ons een vrije wil gegeven. Die hebben wij niet altijd goed gebruikt, maar Christus heeft ons weer vrij gemaakt. In Galaten 5 lezen we dan ook dat het niet de bedoeling is om ons opnieuw een slavenjuk te laten opleggen. Maar dat dreigen we te gaan doen als we een maaksel van onze eigen handen gaan volgen. De Bijbel is er duidelijk over en noemt zoiets afgoderij. Gelukkig doorzag Christus de suggesties van de duivel, stuk voor stuk verdraaiingen van Gods woord, en volgde ze niet op.

Repareren of vervangen

De derde verleiding was wellicht de moeilijkste. Jezus was gekomen om het koninkrijk van God gestalte te geven. En was dat niet precies wat de duivel hem aanbood? Hoe zou Jezus dit kunnen weigeren? En zo schotelen ook de overheden en raadslieden in onze tijd ons regelmatig allerlei oplossingen voor die geen werkelijke vrede brengen, niet werkelijk de armoede bestrijden en mensen niet werkelijk tot bloei laten komen, zoals het in principe wel zou kunnen. En dat alles vaak nog zonder veel inbreng van de betrokkenen.

Toen kwam en ook nu komt het aan op principes. De meeste mensen vinden wel van zichzelf dat ze voldoende principes hebben. Maar het gaat ook om prioriteiten. Als je bijvoorbeeld de aarde wilt redden door voedsel onbetaalbaar te laten worden, dan gaat er ergens iets fout. Hetzelfde als je vrede wilt brengen door escalatie van conflicten, of verbinding door een houding van morele superioriteit. Het gaat niet werken. Of, zoals de Bijbel het uitdrukt, je kunt geen twee heren dienen.

Stel dat Christus zich had laten omkopen met bestaande koninkrijken, doortrokken van het kwaad, dan had hij de duivel niet één keer moeten aanbidden, maar voortdurend concessies moeten doen. Als Hij zijn vrijheid om dit te weigeren niet had gebruikt, dan was er ook in Zijn koninkrijk niemand vrij geweest. Het meest cruciale deel van Jezus’ antwoord is daarom “de Here uw God zult Gij aanbidden en Hem alleen dienen”, oftewel, “wees aan niemand anders onderworpen. Neem je eigen verantwoordelijkheid en neem Zijn wijsheid ter harte, die geen andere agenda heeft dan de liefde, liefde zowel voor jou als voor je naaste”.

Afzien van dwang als basis

En nadat hij de satan aldus terecht had gewezen, kwamen de engelen alsnog naar hem toe om hem te dienen. De engelen die bij de tweede verzoeking niet gedwongen waren geweest hem te hulp te schieten, kwamen nu vrijwillig. Opnieuw zien we hier het belang van vrijheid. We zien het koninkrijk van God hier in het klein. Zo kan het namelijk ook tussen mensen zijn, als we ons niet laten verleiden door allerlei kunstmatige prikkels, valse beloften en karikaturen van veronderstelde vijanden.

Dit was nog maar het begin van Christus dienstwerk op aarde, maar wel een noodzakelijke voorbereiding voor andere beproevingen die nog zouden volgen. Ook wij gaan, zo vrees ik, een moeilijk aantal jaren tegemoet. Daarom is het ook voor ons belangrijk duidelijk te kiezen wie wij gaan volgen. Christus mag hierbij ons grote voorbeeld zijn. En wanneer we niet alle listen van de boze direct doorzien, is nog steeds niet alles verloren. Zolang wij ons vertrouwen maar uitsluitend blijven stellen op de Zoon van God, Hij die zelfs de laatste vijand, de dood, met liefde overwon. Amen.

Dit bericht is ook beschikbaar in het: Engels