In dit artikel neem ik je mee in de wonderlijke wereld van de technocraten en hun nieuwe geloof. Ik doe dat aan de hand van het boek Homo Deus van Juval Harari, waarvan ik eerst een kritische  samenvatting geef. Mijn eigen visie vind je voornamelijk in de tweede helft van het artikel, vanaf het kopje “bespreking”. Het boek gaat over het menselijke streven naar geluk, onsterfelijkheid en goddelijkheid. Harari keurt dat laatste streven niet af, maar ziet het meer als een gegeven, nu bepaalde problemen die de mens eerder tegenhielden, voor een groot deel lijken te zijn overwonnen, namelijk honger, ziekte en oorlog. Hij geeft toe dat we daar nog niet klaar mee zijn, maar de omstandigheden zijn nu gunstig genoeg om ons verder te ontwikkelen. Hierbij zouden drie wegen kunnen worden gevolgd, namelijk genetische manipulatie, cyborgtechnieken (het samensmelten van organismen met allerlei apparaatjes en implantaten) en het maken van niet-organische wezens.

Deze ontwikkelingen kunnen elkaar nog versterken en samen een enorme impact hebben. Van alle drie zien we momenteel ontegenzeglijk al een begin. Harari tekent aan dat hij geen absolute voorspellingen doet, maar slechts mogelijkheden aangeeft, al suggereert de ondertitel, “A brief history of tomorrow”, veel meer dan dat. Daarnaast stelt hij dat deze ontwikkelingen nauwelijks te sturen zijn. Dat wordt straks meteen mijn eerste en voornaamste punt van kritiek. Want als je eenmaal gelooft dat deze ontwikkelingen niet te sturen zijn, dan wordt dit een zichzelf vervullende profetie. Harari legt overigens zelf een verband met nieuwe vormen van geloof die aan het ontstaan zijn. Maar daarover later meer.

Mensbeeld en verhalen

De conclusies van Harari hangen sterk samen met zijn mensbeeld. Wanneer hij de verschillen tussen mens en dier uitlegt, wijst hij terecht op het bewuste denken, het geheugen en de intelligentie. Maar als hij de menselijke mythen en de relatie tussen wetenschap en religie bespreekt, dan doet hij enkele aannames. Het zou bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om de “verhalen” strikt te scheiden van de “realiteit”, en religie van wetenschap. “But the stories are just tools. They should not become our goals or our yardsticks. When we forget that they are mere fiction, we lose touch with reality. Then we begin entire wars ‘to make a lot of money for the corporation’ or ‘to protect the national interest’.”

Verhalen kunnen zeker gevaarlijk zijn, maar Harari vergeet tijdelijk even dat ook de wetenschap slechts een hulpmiddel is en dat ook deze voor verkeerde doelen kan worden gebruikt, wat volgens mij ook massaal gebeurt. Dit kan zelfs erger worden, naarmate nieuwe vormen van geloof in onze wetenschap en technologie ontstaan. Eén van de redenen waarom ik denk dat honger, ziekte en oorlog nog helemaal niet overwonnen zijn, is juist dat die wetenschap wordt ingezet voor de verkeerde doelen, vaak om macht uit te oefenen of veel geld te verdienen.

Nu had Harari misschien het nadeel dat hij schreef vóór de inval van Rusland in Oekraïne, die alle potentie heeft om wereldwijd veel ellende te creëren, maar dan nog heeft hij denk ik de rol van wetenschap en techniek onderschat bij het juist in stand houden van oorlogen, zowel als het ontstaan van nieuwe ziekten en overexploitatie van de natuur, die ook weer kan leiden tot armoede en honger.

Hoewel de zuivere wetenschap inderdaad probeert om de werkelijkheid zo dicht mogelijk te benaderen in modellen, wordt nog wel eens vergeten dat ook zij een hulpmiddel is, en wel om onze omgeving steeds meer te beheersen. Niets voor niets zeggen we “kennis is macht”. Later in zijn betoog zal Harari ook toegeven dat alles steeds meer draait om informatie. Als je dit bedenkt, dan is het onderscheid tussen de wetenschap en een deel van onze mythen opeens niet meer zo groot.

In dit verband merk ik nog op dat het gemaakte onderscheid tussen nuttige en gevaarlijke verhalen discutabel is. “Fiction isn’t bad. It is vital. Without commonly accepted stories about things like money, states or corporations, no complex human society can function. We can’t play football unless everyone believes in the same made-up rules, and we can’t enjoy the benefits of markets and courts without similar make-believe stories.” De voorbeelden die hier worden gegeven, zijn sprekend. Het gaat hier alleen over relatief concrete en daardoor blijkbaar voldoende nuttige afspraken in de economie, rechtspraak en sport. Wat ik node mis zijn de verhalen met een ethische boodschap. Die vinden we veel in de religies, en die zijn juist uiterst nuttig om tegenwicht te bieden aan het alomtegenwoordige utilitarisme. Ik kom nog terug op het gevaar van het definiëren van de mens in termen van zijn nut, of het nu is als producent, consument of als informatieverwerker.

Vrijheid en controle

Als we ervan uitgaan dat het de mens zelf is die betekenis moet geven aan de wereld, hoe kan de mensheid dit dan blijven doen en de wereld blijven “runnen”? Terecht concludeert Harari dat daarvoor eigenlijk een vrije wil nodig is. Het geloof daarin noemt hij liberalisme. Soms heeft dat geloof in een vrije wil hetzelfde effect als de vrije wil zelf, maar eigenlijk zou daarmee al een “goede wetenschappelijke verklaring” terzijde worden geschoven. Biowetenschappen zouden namelijk hebben aangetoond dat de mens gestuurd wordt door elektrische ontladingen in het brein, die deterministisch of willekeurig zijn. Oftewel, de vrije wil is een illusie.

Harari trapt hier in de valkuil van het reductionisme. Dat is de illusie dat je een systeem hebt verklaard door naar de (meest waarneembare) onderdelen te kijken. In die zin zou ik dan ook niet willen spreken van het wegschuiven van wetenschappelijk bewijs, maar van een gezonde intuïtie die zegt dat we verder moeten kijken. De rol van begrippen als “ziel” en “geest” lijkt mij nog niet uitgespeeld.

De ultieme test voor een vrije wil zou zijn of wij onze verlangens, ethiek en waarden kunnen kiezen. Dat is volgens Harari niet zo. Met behulp van hersenscanners kunnen verlangens en beslissingen worden voorspeld. Dat toont echter niets aan. Verlangens, ethiek en waarden zijn weliswaar over het algemeen constant of voorspelbaar, maar kunnen ook plotseling veranderen. Denk aan een bekering. Het gaat juist om dat soort minder alledaagse gevallen. De hersenscanner is niet bekend met de omstandigheden die daartoe aanleiding geven (ik spreek bewust niet over veroorzaken) en kan in die gevallen ook geen voorspelling doen.

Het nut van de mens

Harari voelt ook wel aan dat zijn redenering niet waterdicht is, en gooit het snel over een meer praktische boeg. Tegenwoordig wordt het liberalisme niet zozeer bedreigd door het filosofische idee dat het individu (of de vrije wil) niet bestaat, maar door concrete technologieën. Hierdoor zou de mens vanzelf minder uniek en waardevol worden. Hij verliest immers zijn economisch en militair nut, gaat op in groepen en is alleen nog uniek als hij tot een elite behoort.

De schrijver beseft niet dat juist deze visie (het utilitarisme) een keuze is. Een keuze die waarschijnlijk afkomstig is van, maar in ieder geval omarmd zal worden door, degenen die zich rekenen tot de huidige of toekomstige elites. Om aan te tonen hoe nutteloos de mens is, en hoe nuttig voor de mens de nieuwe technologie, zet Harari veel feiten op een rijtje. Op bepaalde gebieden streeft de techniek de mens nu reeds voorbij. Dat is waar. Veel taken, zelfs waar creativiteit en inzicht vereist zijn, kunnen nu of binnenkort door algoritmen worden overgenomen.

Ik ben het met hem eens dat zulke algoritmen nog geen bewustzijn hoeven te hebben om toch in hoge mate “disruptive” te kunnen zijn. De vraag of zulke algoritmen bewustzijn kunnen ontwikkelen, laten we daarom beiden in het midden. Dat zou overigens ook een ingewikkelde discussie vergen over wat bewustzijn eigenlijk is.

Algoritmen krijgen status

Omdat ook managementbeslissingen en complete strategieën door algoritmes kunnen worden ingevuld, kan een heel bedrijf draaien op één goed werkend algoritme, wat leidt tot verdere concentratie van macht, geld en invloed bij enkele miljardairs. Alleen al hierdoor kunnen onze democratieën worden ondermijnd. Maar die beschouwt Harari op andere plaatsen toch al als achterhaald. Hij associeert ze sterk met het ten dode opgeschreven liberalisme, de denkbeeldige vrije wil en het volgen van primitieve verhalen en ideologieën.

Een opvallende redenering vond ik overigens ook die over het kennen van jezelf. Zodra we een systeem hebben dat ons beter kent dan wij onszelf, zou het belachelijk worden om elke keuze nog steeds over te laten aan het verhalende zelf. En dan valt te denken aan ons stemgedrag, wat we kopen en zelfs onze partnerkeuze. We zien nu al dat we dergelijke keuzen steeds vaker overlaten aan intelligente “sociale” platforms en stemwijzers. Ook ontstaat mogelijk een tweedeling tussen hen die geld genoeg hebben om overal maximaal van te profiteren (zoals het upgraden van gezonde mensen) en zij die vooral als collectief worden gezien en genoegen moeten nemen met eenvoudiger diensten, die in hoge mate geautomatiseerd en onpersoonlijk zullen zijn.

Harari ziet dit als twee bedreigingen, niet zozeer van de mens op zich, maar van het liberalisme. Daarmee neemt hij opnieuw een ogenschijnlijk neutraal en waardevrij standpunt in. De mens zelf zou niet worden bedreigd, maar alleen het liberalisme. Dit is echter misleidend. Er staat veel meer op het spel dan een ideologie of zelfs onze manier van leven. Als de vrije wil van de mens inderdaad zo onbetekenend is als hij de wetenschap laat beweren, juist dan lijkt het mij gevaarlijk om de laatste restjes daarvan ook nog uit handen te geven. En bovendien, wie zegt ons dat de keuzen die de mensheid dan zal maken, onder leiding van enkele miljardairs, beter zullen zijn? Maar wellicht benadert hij zulke vragen ook weer op pragmatische wijze, door ervan uit te gaan dat we geen keus hebben en de ontwikkelingen niet kunnen tegenhouden.

Technoreligies en andere voorspellingen

In feite ziet Harari maar twee nieuwe “grote verhalen” die de komende decennia van enige betekenis kunnen zijn. Het minst lang houdbaar is het techno-humanisme, omdat het innerlijke tegenstrijdigheden bevat. De mens wordt nog steeds als kroon van de schepping gezien, maar de traditionele humanistische waarden hebben hun uiterste houdbaarheidsdatum bereikt. Daarom moet de homo sapiens worden opgevolgd door de schepping van een superieur soort mens, de homo deus, door allerlei technologie en wijzigingen van het genoom en zelfs de menselijke geest.

De ingrepen in een nog niet voldoende begrepen systeem hebben wel als groot risico dat de “verbeteringen” teveel worden gericht op datgene waar de economie en de politiek de meeste behoefte aan heeft, waardoor de mens juist zou worden gedowngrade. Bovendien worden de nieuwe technische mogelijkheden al snel sturend, wat de menselijke wil, zijn authenticiteit en autonomie aantast. En laten die nu net nog belangrijk zijn in deze vorm van humanisme. De technologische vooruitgang heeft echter een eigen agenda en wil niet luisteren naar de innerlijke stem van de mens, maar deze beheersen. Zodra we ons innerlijke volume hoger of lager kunnen zetten, geven we ons geloof in authenticiteit op. Hierdoor kan dit verhaal geen stand houden.

Het verlossende geloof

Bovengenoemde tegenstrijdigheden doen zich niet voor als we het onderscheidende van de mens loslaten. In het dataïsme, dat inmiddels al min of meer door het wetenschappelijke establishment is omarmd, zonder dat de massa dit beseft, wordt het universum gezien als een reeks van datastromen. Daarin wordt de waarde van elk fenomeen en elke entiteit bepaald door de bijdrage ervan aan de data-verwerking. Dit maakt een complex algoritme net zo waardevol of zelfs waardevoller dan de mens. De verwachting is inderdaad dat elektronische algoritmen de biologische zullen overvleugelen. De beloften liegen er niet om, namelijk baanbrekende technologieën, verbluffende nieuwe vermogens en een nieuwe overkoepelende theorie die alle wetenschappelijke disciplines met elkaar verbindt.

Als de mens slechts een (vooralsnog beperkt) gegevensverwerkend systeem is, dan moet onze bijdrage ook in dat licht worden gezien. De grootste en eigenlijk ook enige bijdrage van de mensheid bestaat in dit geloof uit de schepping van een nieuw en nog efficiënter dataverwerkingssysteem. Dit nieuwe geloof heeft voor het eerst sinds de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger in 1789 een nieuwe fundamentele waarde opgeleverd. Destijds werd de vrijheid van meningsuiting als één van de kostbaarste mensenrechten neergelegd. Deze was dus bedoeld voor de mens. Nu gaat het om de vrijheid van informatie-uitwisseling. Deze is bedoeld voor informatie(uitwisseling) tussen alle intelligente systemen. Volgens het dataïsme is alle goeds afkomstig van zulke vrijheid van informatie.

Deel 2 – bespreking

Hoewel Harari geen exacte voorspellingen doet of duidelijk partij kiest, verleent hij zowel aan het techno-humanisme, ook wel trans-humanisme genaamd, als aan het dataïsme belangrijke legitimiteit. Alleen al doordat hij het doet voorkomen alsof deze zaken eigenlijk onontkoombaar zijn. De vraag of wij onszelf in die richting willen ontwikkelen, wordt vrijwel niet gesteld. Het is alsof we de cyborgs uit de populaire serie Star Trek horen zeggen: “resistance is futile”.

De Borg vormen in die serie een zeer krachtig machtsblok doordat ze alle technologie en kennis in het universum samensmeden tot één geheel, alles en iedereen daarbij in een keurslijf dwingend. Gelukkig wordt deze ontwikkeling in de serie als onwenselijk gezien en bestreden. Opnieuw een bewijs dat de werkelijkheid vaak wonderlijker is dan science fiction. Want wie wordt er nu echt enthousiast van het verlies van de menselijke autonomie? Toch is dit wat Harari ons zonder enige schaamte of duidelijke vrees als “geschiedenis van de toekomst” voorhoudt.

Letterlijk schrijft hij dat zijn voornaamste doel is om de greep van onze oude conditionering te verzwakken en horizons te verbreden, alsof het dan vanzelf beter zal gaan. Uiteraard ben ik het met hem eens dat veel verhalen die we onszelf hebben verteld onze horizon onnodig hebben beperkt en ons zelfs hebben aangezet tot vervolging van andersdenkenden. Maar ik ben bang dat dit nieuwe verhaal nog veel leger is en op nog grotere schaal leed berokkent. Harari ziet niet dat de geschiedenis zich gewoon herhaalt.

Eigen voorspelling

We hebben er in ieder geval een nieuwe, zeer eenzijdige religie bij, die informatie vereert. Ditmaal wordt niet alleen de natuur en het dierenrijk ondergeschikt gemaakt aan de grillen van de mens, maar raakt ook de mens zelf ondergeschikt aan een nieuwe afgod, die alleen in dienst staat van zichzelf. De christelijke God had tenminste nog aangegeven er te zijn voor de mens. Door het nieuwe geloof te omarmen, bewijst de wetenschap dat zij niet meer in dienst staat van de mensheid, maar van abstracte concepten en geïdealiseerde modellen. Hierdoor verliest zij ook het recht om mensen die meer vanuit het hart en hun intuïtie leven, de les te leren.

Toen ik las dat Harari één van de belangrijkste adviseurs van Klaus Schwab van het World Economic Forum is, verbaasde mij dat niet. Ook het WEF stelt zichzelf immers inhumane doelen, zoals het afschaffen van individueel bezit, behalve voor enkele zeer rijken. Dat alles wat Harari zegt een kern van waarheid in zich heeft, en dat we de “mogelijkheden” die hij poneert hier en daar al toegepast zien worden, maakt deze ideeën des te gevaarlijker. Ik hoop dat we het tij nog kunnen keren, want de klimaat-problemen en alle andere problemen die nu veel aandacht krijgen, verbleken bij wat ons te wachten staat wanneer we ons laten knechten door algoritmen.

Maar ook de tussen-fase, die van het transhumanisme, wordt een lang en pijnlijk tijdperk. Hoewel Harari terecht opmerkt dat het op den duur niet houdbaar is, zijn er wel meer ideologieën geweest met innerlijke tegenstrijdigheden, die toch lang het wereldtoneel hebben gedomineerd. Wanneer de mens denkt God te zijn of te kunnen zijn, hoed je dan maar. Wat er dan eigenlijk wordt bedoeld, is dat bepaalde leiders of machthebbers zichzelf als goden zien en als zodanig willen worden aanbeden en gediend. De technocratische oligarchen van morgen zullen bijna kopieën zijn van de farao’s van gisteren. Wanneer mensen in een “afwijkend” verhaal geloven, zal dit worden gezien als bewijs dat zij dit hoge niveau van de menselijke evolutie nog niet hebben bereikt en ook niet kunnen bereiken. Zij zullen, net als de Israëlieten in Egypte, slechts goed genoeg zijn om slavenarbeid te verrichten.

Nieuwe waarden verdringen de oude

Dat de vrijheid van informatie een nieuwe waarde is die naast de vrijheid van meningsuiting komt te staan, is helaas ook een te positieve, of zelfs misleidende voorstelling van zaken. Aangezien de waarde van de mens volgens het dataïsme alleen bestaat uit zijn bijdrage aan de informatie­verwerking, is zijn mening niet meer relevant. Vrijheid van meningsuiting is dan ook niet meer nodig. Een mening wordt nu al vaak gezien als iets dat genegeerd kan worden, omdat de meeste mensen slecht geïnformeerd zijn. Een mening kan echter heel goed juist zijn ondanks dat deze gebaseerd is op incomplete informatie. Maar zelfs los daarvan heeft zij waarde als mening van een persoon.

N.B. Omgekeerd kan uit complete informatie ook een verkeerde conclusie worden getrokken. Dit komt onder andere doordat informatie iets anders is dan een verzameling gegevens. In het kader van dit artikel kan ik hier helaas niet dieper op ingaan. Maar het lijkt alsof het dataïsme deze begrippen door elkaar haalt, terwijl dit basisbegrippen zijn in de informatiekunde. Dit geloof is daarmee niet puur rationeel, maar werkt toe naar een bepaalde uitkomst.

Bij de ondermijning van de vrijheid van meningsuiting houdt het helaas niet op. Gelijke behandeling wordt niet meer verdedigd. Harari noemt het genezen van zieken bijvoorbeeld een “egalitair project”, omdat het een norm van fysieke of mentale gezondheid veronderstelt waar een mens niet onder zou mogen komen. Die norm was altijd al vrij willekeurig en moet volgens hem helemaal worden losgelaten als we mensen gaan upgraden. Dan is sprake van wat hij letterlijk een elitair project noemt, waarbij een voor iedereen geldende norm wordt verworpen. Bovendien hebben we geen massa’s gezonde mensen meer nodig, omdat allerlei taken door machines kunnen worden overgenomen.

Ook het geloof moet eraan geloven

Doordat de al wat langer bestaande religies worden gezien als primitieve verhalen die leiden tot oorlog en uitsluiting, wordt indirect ook de vrijheid van godsdienst bedreigd. Gedwongen heropvoeding tot dataïst kan niet worden uitgesloten. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een geautomatiseerd social credit systeem zoals China dat kent. Bij het negatief oordelen over bestaande religies wordt gemakshalve vergeten dat bijna alle religieuze teksten op verschillende niveaus gelezen kunnen worden. We moeten ervoor waken dat een fundamentalistische lezing van deze teksten wordt vervangen door even fundamentalistische redenaties uit elitaire futuristische fantasieën.

Als je het rijtje van mensenrechten afloopt, dan kun je vrij eenvoudig laten zien dat ze eigenlijk allemaal door het nieuwe geloof worden bedreigd. Dit komt doordat de mensheid (of althans haar bovenlaag) hard bezig is om een grote meerderheid van de bevolking overbodig te verklaren en te maken. Bij geen enkele opeenvolgende maatregel wordt aan die meerderheid gevraagd wat ze daarvan vindt, en de nadelen worden zorgvuldig verzwegen. Harari biedt de machthebbers een eenvoudig excuus voor het niet voeren van een publieke discussie. De mens is immers helemaal niet in staat om te kiezen en wordt slechts voortgedreven door enkele primitieve en voorspelbare instincten. Toch zijn juist de ingrijpende vrijheidsbeperkingen die we in toenemende mate van bovenaf uitgerold zien worden, het beste bewijs dat de mens wel een vrije wil heeft, maar deze verkeerd gebruikt. En zolang dat het geval is, kan geen enkele technologie ons redden. Integendeel, de technologie kan en zal dus gebruikt worden om vrijheden verder te beperken en macht verder te concentreren.

Voor de vorm waarschuwt Harari daar wel een paar keer voor, maar roept niet op tot verzet of het zoeken van alternatieven. Daarmee behoort hij wat mij betreft tot de elite die het niet erg vindt wanneer alle menselijke waarden en mensenrechten plaats moeten maken voor de obsessies van enkelen met in het gunstigste geval een messias-complex, zoals Klaus Schwab. Het is de vraag of we nog op tijd zijn om deze lieden een halt toe te roepen, want bijna de helft van de staatshoofden en ministers heeft al een training gevolgd bij het WEF. En terwijl ze eerst alle betrokkenheid ontkenden, lopen sommigen trots rond met hun “global goals” speldjes.

Theologische aspecten

Dat het dataïsme een echt geloof is, met zijn eigen irrationele ideeën, liet ik hierboven al een beetje zien. In een ander artikel toonde ik aan waarom hier sprake is van een wereldwijde sekte, die ook macht over je heeft als je er geen lid van bent. Maar je kunt je ook afvragen wat vrijheid van informatie eigenlijk inhoudt. Is dit alleen de vrijheid van elke willekeurige intelligentie om informatie te delen, of omvat het ook de vrijheid om informatie te verzamelen? Vanwege de niet te stillen data-honger zal dat laatste niet lang op zich laten wachten. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor onze privacy, maar ook voor het milieu. Overheden en grote bedrijven kunnen zich nu al nauwelijks beheersen bij het verzamelen van persoonsgegevens.

Dataverwerking, dat zien we ook nu al aan bijvoorbeeld de blockchain-technologie, heeft enorme hoeveelheden grondstoffen en energie nodig. Nu zal die technologie ongetwijfeld wel wat slimmer worden, zodat met minder energie meer kan worden verwerkt, maar daar staat tegenover dat de data-honger in principe onverzadigbaar is, zeker wanneer het een geloof betreft. Ook een kunstmatige intelligentie, die met dit geloof geïnfecteerd is (doordat de mens haar heeft gemaakt) zal deze verspilling voortzetten, omdat steeds nieuwe vragen gesteld kunnen worden die nader onderzoek vergen en dan nog niet met zekerheid beantwoord kunnen worden.

Wittgenstein zei het al: “Als je alle feiten kent, dan ben je nog steeds niets wijzer, tenzij je daarbij ook tot het besef komt dat er naast alle feiten nog iets anders is dat je echter niet in woorden kunt vatten”. Want, zegt Wittgenstein, “de grenzen van mijn taal betekenen de grenzen van mijn wereld”. En overal waar informatie wordt overgedragen, gebeurt dat nu eenmaal in een taal die beide partijen min of meer met elkaar hebben afgesproken. Om zulke afspraken te kunnen maken, is het aantal taal-elementen en betekenissen altijd begrensd. Ziedaar de Babylonische spraakverwarring waaraan zelfs (of juist) de computer niet zal ontkomen.

De enige manier waarop de wal het schip niet hoeft te keren, is het vinden van een algoritme, een soort allesomvattende natuurwet, die in staat is alles feilloos te voorspellen. Er zijn geen aanwijzingen dat zo’n algemene natuurwet daadwerkelijk gevonden kan worden, dus we zijn opnieuw aangewezen op een geloof. Bovendien moeten alle eigenschappen van het universum worden verzameld en geregistreerd om een volgende toestand van dat universum te kunnen voorspellen. Dit vergt een systeem dat boven het universum staat, en daar dus geen onderdeel van uitmaakt. Het komt dicht bij één van de omschrijvingen die theologen hebben bedacht voor God, een macht die boven het universum staat. De gedachte dat een nietig onderdeel van het universum direct of indirect een systeem kan maken dat zichzelf onafhankelijk kan maken van dat universum, is op zijn zachtst gezegd problematisch en megalomaan.

Het ene valse geloof

Goed beschouwd is er dus weinig verschil tussen de twee mogelijkheden die Harari voor de toekomst ziet. Of de mens verheft zich door middel van het transhumanisme tot (wat hij ziet als) goddelijke proporties, of hij staat zelfs boven God doordat hij iets schept dat vervolgens goddelijke proporties aanneemt. Terecht heet het boek “Homo Deus” omdat beide opties worden getypeerd door het thema van de Toren van Babel, het willen en denken te kunnen opstijgen tot het niveau van God.

Als je het bestaan van God als Schepper niet erkent, is het niet zo moeilijk om op te stijgen naar een willekeurig niveau dat je dan vervolgens God noemt. Maar zelfs dan zou het je moeten opvallen hoe krom het is om God als een menselijk verzinsel te beschouwen en dan vervolgens met een nieuw verzinsel te komen en dat God te noemen. Blijkbaar kan men toch niet zonder dat begrip en past men het dan maar op zichzelf toe. Maar dit heeft precies de nadelen die men dacht uit de weg te kunnen gaan. Paradoxaal genoeg kan de mens zichzelf niet meer relativeren doordat het relativisme tot nieuwe norm is verheven. Hij moet en zal de schepper van iets groots zijn, ook al wordt hij door zijn eigen schepping weggevaagd.

Een ander voorstel

Mijn voorstel is precies het tegenovergestelde. Laten we ons eerst nog maar eens richten op de menselijke maat en de mensenrechten die nog nooit volledig tot bloei zijn gekomen, voordat we het “egalitaire project” achter ons laten om nieuwe “vrijheden” te introduceren die de potentie hebben ons te vernietigen. Ook in het scheppingsverhaal komen we een verboden vrucht tegen, die ons vrijheid en goddelijkheid belooft, maar het tegenovergestelde oplevert.

We kunnen schamper doen over de willekeurigheid van bepaalde morele regels en afspraken, maar hoe anders denken wij een samenleving te kunnen reguleren? Illustreren zij juist niet de vrijheid die God ons heeft gegeven? Deze zouden we niet te gemakkelijk op het nieuwe altaar van “big data” moeten leggen. Data en informatie hebben uit zichzelf ook geen andere waarde dan de waarde die wij eraan toekennen om op bepaalde processen meer invloed te kunnen uitoefenen. Ze kunnen ons als zodanig dus ook nooit leiden.

Paradoxaal genoeg lijkt het erkennen van een oneindige God die boven ons staat de beste manier om de menselijke grootheidswaanzin te beteugelen. Daarmee heb ik deze God niet bewezen, maar dat is ook niet de bedoeling, want ook dat zou weer een vorm van grootheidswaanzin zijn. En paradoxaal genoeg lijkt mij een besef van onze grote afstand tot deze God, een God die niettemin dichtbij wil zijn, voorwaarde om het beeld van God in ons op meer gepaste wijze te eren en vorm te geven. Als wij eenmaal, wat we mogen hopen, met God worden verenigd, dan is dat omdat God het toestaat en niet omdat wij het noodzakelijk vonden om voor God te spelen.

Kent u het sprookje van de tovenaarsleerling? Het is geen wetenschappelijk werk, maar het bevat misschien meer wijsheid dan Harari’s sanctionering van een almachtige technocratie. In de Bijbel staan nog meer verhalen die vaak als sprookjes en als menselijke verzinsels worden afgedaan, maar die niettemin de mens kunnen bevrijden, zowel van zijn hoogmoed als van de verachting van zijn eigen soort. Maar dan moeten we eerst willen inzien dat we een keuze hebben.

Het is een kenmerk van elke dictatuur en van elke verstokte misdadiger om die keuzevrijheid te ontkennen. “Ik had geen andere keuze” en “jij hebt geen andere keuze”. Miljardair Bill Gates, die toevallig ook lid is van het WEF, riep in een interview over de vaccins (waarin hij veel geld had geïnvesteerd) op verontwaardigde toon “People act like they have a choice. You don’t have a choice”. Maar als mensen echt geen keuze hadden, dan hoefden ze ook niet te worden overgehaald.

In het zogenaamd primitieve scheppingsverhaal probeerde de slang hetzelfde. De mens moest geloven dat rebellie tegen God de enige manier was om op God te gaan lijken. Hij zou eigenlijk geen keuze hebben. Die had God hem nu juist wel gegeven. Laten we onze keuzevrijheid dus niet verspelen. En zelfs wanneer we die wel verspelen kunnen we er nog voor kiezen berouw te tonen en vergeving te ontvangen. Die nederigheid moeten we kunnen opbrengen als we zien hoe onze eigen plannen steeds weer falen.

De rol van de liefde

Harari wijst erop dat veel science fiction films een armzalige poging doen om ons erop te laten vertrouwen dat de mensheid dankzij de liefde uiteindelijk nog net zal zegevieren over invasies van aliens. Alsof een ras met superieure technologie dat het hele universum heeft onderworpen onder de indruk zal zijn van de hormonale aantrekkingskracht tussen twee zoogdieren, of van een vage platonische liefde voor de kosmos. Daarentegen spreekt Harari met nauwelijks verholen bewondering over de “enorme religieuze revolutie” van het dataïsme en hoe dit onze primaire bron van gezag en betekenis ondermijnt.

De grote fout die hier wordt gemaakt is niet alleen dat de symboliek in zulke films veel te letterlijk wordt genomen (dezelfde neiging als het fundamentalisme binnen veel kerken), maar vooral dat het leven al bij voorbaat wordt gedefinieerd als niets meer dan een strijd om het bestaan, een gevecht om de suprematie. De onuitgesproken veronderstelling is dat de “survival of the fittest” van Darwin de eigenlijke climax van onze ontwikkeling is en dat deze alleen nog veel efficiënter moet worden.

De meeste dataïsten achten het IoT, het internet van alle dingen, heilig omdat de mensen het scheppen om de mens te dienen. Maar Harari verwacht dat het uiteindelijk een zelfstandige heiligheid zal aannemen (sacred in its own right). Het grote verschil met de God der liefde is dat deze zich altijd op de ander richt en wil dat wij hetzelfde doen. Ik denk dat het ons zonder deze God niet zal lukken om ons op iets anders te richten dan onze eigen maaksels, die zich vervolgens niet in ons kunnen verplaatsen.

Vrijheid door een gebod

Niet voor niets kent de Bijbel twee grote geboden, die volgens Christus aan elkaar gelijk zijn, namelijk het liefhebben van God en van de mens. Als het alleen God zou zijn, dan zouden we voorbijgaan aan de mens. Als het alleen de mens is, dan vallen we ten prooi aan het soort collectief egoïsme dat we nu zien. We zijn zo op onszelf gericht dat we onze eigen creaties vergoddelijken en over ons laten heersen. Laten we toch weer gaan geloven in een Liefde die hoger is dan wijzelf, opdat we ons daaraan kunnen optrekken in plaats van toe te staan dat een kille logica ons hypnotiseert, naar beneden trekt en over de rand van de afgrond drijft.

Daarbij hoort natuurlijk wel dat we de nieuwe gelovigen in deze oude dwalingen niet gaan haten of met geweld gaan bestrijden. Van belang is om steeds opnieuw geduldig en in woord en daad te laten zien dat er altijd een keuze is. Het kwaad zal zijn eigen ondergang bewerken, omdat het zich boven alles wil verheffen maar dat niet kan. Omdat het spot met alles wat onvolmaakt en zwak is, zal het zelf nog veel onvolmaakter en zwakker blijken te zijn. Maar de Liefde houdt eeuwig stand. Het is de enige Weg omdat zij meerdere wegen toestaat en nieuwe kansen geeft.

Daarom hoeven we de technologie en zelfs kunstmatige intelligentie ook niet te verwerpen. Als we er maar geen geloof van maken. In de serie “Star Trek Picard” zien we een mooi voorbeeld hoe we zelfs respect kunnen hebben voor een kunstmatige intelligentie en deze kunnen liefhebben. Dit kan wanneer we onze menselijkheid en menselijke waarden niet verloochenen, maar juist meegeven aan onze creaties.

Wanneer we er slechts een kille logica in programmeren, dan zullen we oogsten wat we zaaien. Idem wanneer het slechts gaat om slaafse gehoorzaamheid of maximale instandhouding van het eigen bestaan. Hoe dienstbaarheid en liefde geprogrammeerd moeten worden ligt niet meteen voor de hand, vooral wanneer we deze zelf nog niet beheersen. Maar dat is ook de reden dat we uiterst voorzichtig moeten zijn met deze ontwikkelingen. En, ik zeg het nog maar eens, waarom we er zeker geen geloof van moeten maken.

De grote verdoving

Dat God niet bestaat was nimmer, zoals Harari wel meent, een “ontdekking” welke onvermijdelijk gevolgd moest worden door het centraal stellen van de mens, wat weer gevolgd zou moeten worden door het centraal stellen van een door ons geschapen intelligentie. Het probleem is juist dat we nog maar zo weinig hebben ontdekt en toch menen voor onszelf een toekomst te kunnen uitstippelen waarin we, met de woorden van Klaus Schwab, niets meer bezitten (blijkbaar zelfs geen normen en waarden) en toch gelukkig zullen zijn. God verhoede dat wij in deze verdoofde toestand blijven of geraken.

Helaas helpen de omstandigheden niet mee. We hebben al eerder een golf van voortgangs-optimisme c.q. -geloof gehad. Door de gruwelen van de eerste en tweede wereldoorlog werd dit optimisme een tijdelijk halt toegeroepen – vandaar dat we nu spreken van post-modernisme – maar sindsdien is het weer aan een opmars bezig. Tijdens mijn carrière als ICT-er merkte ik al hoe er steeds onrealistische(r) resultaten werden verwacht van de digitale revolutie. Ik zag haarscherp hoe niet iedereen hiervan profiteerde en anderen zich juist op schandalige wijze verrijkten. De belofte dat mensen door de automatisering meer vrije tijd zouden krijgen, werd nooit waargemaakt. We lijken het eerder drukker te hebben gekregen.

De grote uitdaging

Daarbij komt dat de media het nieuwe geloof actief promoten en andere geluiden censureren. Dat kan ook niet anders, omdat ze in handen zijn van dezelfde elite. Zelfs de sociale media gaan niet vrijuit. Nu Elon Musk Twitter heeft overgenomen, verwacht men een opleving van de vrijheid van meningsuiting. Maar als meningen irrelevant zijn geworden, dan hebben we er niet zoveel aan wanneer deze op één of meer platforms geuit kunnen worden. De technologie is inmiddels zo ver gevorderd dat diezelfde meningen tegen ons gebruikt kunnen worden. Mogelijk hebben de groten van deze wereld ontdekt dat het juist prettig is wanneer onze uitingen ergens beschikbaar zijn om bestudeerd, gemeten en vervolgens bijgestuurd te kunnen worden. Ik zie dit in de praktijk ook al gebeuren.

Ik heb de conclusie eigenlijk al een paar keer getrokken. We moeten ontwaken uit de illusie dat het geloof van de elite in haar eigen goddelijkheid dan wel in haar oppermachtige hulpmiddelen ons gaat helpen. Harari geeft zelf aan dat het egalitaire project een gepasseerd station is. Hoeveel duidelijker willen wij de waarschuwing hebben? We dienen een eigen weg te gaan, een weg die paradoxaal genoeg niet onze eigen weg is, maar die wijzen ons duizenden jaren geleden al geprobeerd hebben te tonen. Maar toen was het blijkbaar nog niet urgent genoeg om ze (correct) te verstaan. Laten we hopen en bidden dat nu meer mensen gaan luisteren.