Journalist en schrijfster Trea van Vliet schrijft in de Trouw een column over haar vader, die verblijft in een woonvorm voor psychiatrische patiënten. Op 6 januari schrijft ze hoe de instelling een half jaar lang in allerlei emails beloofde dat het nooit meer zo zou toegaan als tijdens de eerste golf. “Voortaan weer maatwerk”, heette het, “autonomie” en “kwaliteit van leven”. Maar “opnieuw is aan mijn vader en zijn huisgenoten niets gevraagd. Zijn ze domweg opgesloten en is er niet bij gezegd onder welke omstandigheden ze weer vrij zullen zijn”.

Hoewel dit verhaal op zich al droevig genoeg was, trof het me nog om een andere reden. Ik zie er namelijk een opvallende parallel in met onze huidige maatschappij als geheel. Hoewel ik ook wel eens het gevoel heb opgesloten te zijn in een psychiatrische inrichting, is dat misschien wat overdreven. Maar we hebben wel deels vrijwillig, deels gedwongen allerlei vrijheden ingeleverd. Ook bij ons is volstrekt onduidelijk onder welke omstandigheden we weer vrij zullen zijn.

Nu het grote vaccineren is begonnen, vragen mensen zich terecht af of ze straks, na 2 inentingen, weer “mogen” knuffelen en of andere vrijheden dan weer terugkeren. Een terugkeer naar normaal was immers beloofd. Eerst al bij de lockdowns en bij het dragen van mondkapjes, maar toen die niet bleken te werken, werd “het” vaccin ons wederom als enige echte Verlosser voorgehouden. Eigenlijk zoals door Bill Gates al was aangekondigd. Maar gaat nu dan de voet van de rem? Op 8 januari, in een corona-update van RTL-nieuws, ging woordvoerster Marah Michel van het RIVM op deze vraag in. Na enig obligaat begrip te hebben getoond, was ze heel stellig: “Nee, dat kan niet”.

Nu had ik verwacht dat als voornaamste reden zou worden gegeven dat het enige tijd duurt voordat een voldoende groot aantal mensen is gevaccineerd, of dat het geven van vrijheden alleen aan gevaccineerden een vorm van discriminatie zou zijn, of dat het heel verwarrend zou werken als de één iets wel mag en de ander nog niet. Maar nee, “de maatregelen blijven van kracht omdat we niet weten of mensen nog besmettelijk zijn”. Dat is natuurlijk een geweldig brevet van onvermogen voor de testers van zo’n vaccin, maar daar gaat het mij nu even niet om.

Het gaat mij er nu om dat een nadeel van een product wordt gebruikt als een extra reden voor maatregelen die op zich ook al zwak waren gefundeerd. Zo heeft niemand het nut van lockdowns aan de hand van onderzoek kunnen bewijzen. Ook gaat het mij erom dat de obsessie met het elimineren van risico’s nu nog een stap verder gaat. Laat me dit even uitleggen.

Minder risico, net zoveel maatregelen

Stel dat iemand door het vaccin 100% immuun zou worden. Dat betekent dat hij niet meer kan worden besmet. Het lichaam schakelt, als het goed is, elk virus dat probeert binnen te dringen uit. Het kan zich dus ook niet meer vermenigvuldigen. Hoe dat precies gebeurt is nu even niet van belang. Nu kan deze persoon dus ook geen anderen meer besmetten. Het afstand houden, mondkapjes dragen en alle andere voorzorgsmaatregelen (voor zover ze al werkten) zijn hiermee voor deze persoon in één klap zinloos geworden. Ook voor degenen met wie hij of zij in aanraking komt, maar dan alleen op die momenten.

Wat er nu volgens het RIVM aan de hand is, zijn twee dingen: Aangezien het vaccin maar voor 95 procent werkt (bij Moderna 94) wordt nog altijd 5 à 6 procent ziek. Daarbij is overigens gekeken naar de aanwezigheid van klachten. Daarnaast (en dit is echt een andere groep) zijn er volgens het RIVM ook mensen die gevaccineerd zijn, maar het virus wel kunnen overdragen, zonder dat ze klachten hebben. Men heeft het dan eufemistisch over “overdragen” of “nog besmettelijk zijn”, maar het betekent dat ook in dit geval het virus niet is uitgeschakeld, anders kan het immers ook niet worden overgedragen.

Laten we nu eens positief zijn en aannemen dat naast de 5% die nog ziek kan worden, er nog eens 5% is die het virus kan overdragen, doordat het vaccin niet heeft gewerkt, maar ze toch geen klachten hebben ontwikkeld. Veel meer mag het eigenlijk niet zijn, omdat het vaccin anders onder de verplichte minimale 90% effectiviteit dreigt te komen. Maar in principe is het voor mijn betoog niet doorslaggevend of het nu precies 5% is of iets meer of minder. In ieder geval is het niet ondenkbaar dat in totaal 10% van de gevaccineerden nog besmettelijk is (al of niet met klachten erbij). Als je klachten hebt, ben je hopelijk zo verstandig om niet te knuffelen. Het risico zit hem dus vooral in die groep (van misschien 5%) zonder klachten.

En wat zegt nu het RIVM? De hele bevolking moet gebukt blijven gaan onder deze maatregelen vanwege 5% van de gevaccineerden die zonder het te weten niet is beschermd + een klein deel van de niet-gevaccineerden zonder klachten. Als het vaccin zo werkt als beschreven, is de totale presentie van het virus onder de bevolking toch met 66,5% afgenomen en zou onder deze mensen ook niet meer terugkomen. Of er moet een heel nieuwe variant ontstaan, maar dat gooit natuurlijk elke berekening in de war. De varianten die tot nu toe zijn opgetreden zouden met het Pfizer-vaccin te bestrijden zijn. Kortom, het probleem is na de inentingen nog maar 1/3 van wat het was.

De verketterde versoepeling

De vraag die de politiek zich nu zou mogen stellen, is: zouden wij deze maatregelen ooit hebben ingevoerd als het probleem driemaal zo klein was geweest? Het is dan immers weer te vergelijken met een normale griepgolf. Is het antwoord nee, dan kunnen de maatregelen worden gestopt als 70% van de mensen, of zoveel meer als die het willen, tweemaal zijn ingeënt. Mogelijk is de verspreiding al eerder tot stilstand gebracht, omdat er al een hoeveelheid mensen immuniteit heeft opgebouwd en omdat een ziekte uitdooft als de R lang genoeg onder de 1 blijft. Maar in ieder geval zou de overheid kunnen aangeven wat voor hen de criteria zijn wanneer het weer veilig genoeg is.

Dat dit nu niet wordt aangegeven, kan worden weggepraat met het argument dat er nog onderzoek loopt. Maar ik vermoed dat het niet bieden van enig uitzicht ook te maken heeft met:

  • De sterk bevoogdende houding van de overheid. Wij zijn blijkbaar geen individuen meer, die zelf een afweging kunnen maken wanneer we goede informatie ontvangen, maar slechts een massa die in bedwang moet worden gehouden. Omdat we een gevaar voor elkaar zouden zijn? Of ook omdat we een bedreiging vormen voor de heersende macht, m.n. de globale elite, die eenmaal een virocratisch standpunt heeft ingenomen en zonder gezichtsverlies niet meer terug kan?
  • De sterke twijfels die de producenten zelf hebben over het vaccin, en die ze niet kunnen ontkennen zonder hun laatste geloofwaardigheid kwijt te raken. Iedereen kan namelijk zelf vaststellen dat er te weinig onderzoek is gedaan. Maar in het aangeven van de risico’s zijn ze onvolledig. Zo werd bijvoorbeeld zelfs voor de testpersonen verzwegen dat deze vorm van vaccinatie ook een risico op versterking van het virus met zich meebrengt, de zogenaamde ADE (antibody dependent enhancement). Deze bijwerking was de voornaamste oorzaak dat tientallen eerdere vaccins voor SARS en MERS waren mislukt. Dat het nieuwe vaccin deze bijwerking niet heeft, moest toen nog blijken uit de tests, en is nog steeds niet voldoende uitgesloten.

De gevreesde versoepeling

Maar terug naar het onderwerp. Wanneer is het dan wel mogelijk iets te zeggen over de terugkeer naar normaal? Als tiener was ik al onder de indruk van het boek “Angst voor de vrijheid” van psycholoog Erich Fromm. Het verklaarde heel goed waarom mensen zo blijven hangen in patronen van onvrijheid. Maar mensen zijn niet alleen bang voor hun eigen vrijheid en verantwoordelijkheid, maar ook nog eens (misschien wel meer) voor die van de ander.

Daar kunnen machthebbers die vaak de vrijheid van het individu vrezen, handig gebruik van maken. Natuurlijk hebben wij in elke democratische samenleving ook afspraken met elkaar gemaakt om excessen te voorkomen. Maar soms besluit iemand dat die democratische afspraken onvoldoende zijn. Er komt noodwetgeving tot stand. Desnoods worden daartoe excessen en gevaren gesuggereerd die er niet zijn. Dan raken we gemakkelijker vrijheden kwijt dan dat ze weer terugkomen. Het maakt daarbij weinig verschil of die vrijheden zijn afgenomen of vrijwillig zijn ingeleverd.

Valse bescheidenheid

Laten we scherp opletten hoeveel invloed we uit handen (blijven) geven. Mogelijk zijn we hierin al te ver gegaan en te weinig kritisch geweest. Onze economie is al ingrijpend veranderd in een richting die we eigenlijk niet willen (rijken rijker, burgers afhankelijker van allerlei ondersteunende uitkeringen). In ons zorgstelsel hebben andere ziekten dan Covid opeens geen prioriteit meer. En we doen alsof dit alles het rechtstreekse gevolg is van a) het virus; b) ons onverantwoordelijke gedrag. En alsof er voor onze politici geen andere keuzemogelijkheden waren. Aangezien de beste stuurlui aan wal staan (niet dus), hebben degenen die aan het stuur staan altijd gelijk, toch?

Ik heb het grootste deel van mijn leven in de ICT gewerkt, vaak in kleine teams. Regelmatig was het mijn beurt om de helpdesk te bemannen. Ik leerde dat er twee groepen computergebruikers waren. Er was een kleine groep die al precies meende te weten wat er fout ging en een snelle oplossing eiste. Dit waren ongetwijfeld de meest irritante klanten. Maar er was ook een grotere groep, die aannam dat ze zelf iets fout hadden gedaan, terwijl er meestal toch echt iets schortte aan het systeem. Soms belden ze daarom niet eens, pasten zich aan op een manier die het probleem niet oploste en dat was het dan. Slechts weinigen gedroegen zich opbouwend kritisch, bescheiden, maar oplossingsgericht.

Een oproep

Ik zou daarom, ook in deze situatie, willen zeggen: Durf vragen te stellen wanneer iets onlogisch overkomt. Wees niet al te bescheiden! Vaak deugt het systeem niet, hebben de ontwerpers iets over het hoofd gezien, of een verkoper heeft besloten dat een probleem onder de tafel moest worden geveegd. Soms staan de beste stuurlui wel degelijk aan wal. Er zijn niet alleen maar deskundigen en (in te enten) kuddedieren. Er is een grote groep van mensen die daar ergens tussenin zit en ook een stem zou moeten hebben en een nuttige bijdrage kan leveren aan de democratische besluitvorming over onderwerpen die ons allen buitengewoon gaan raken.

Vertrouwen in de wetenschap en in de overheid is vaak goed, maar vertrouwen in je eigen kritische vermogens is minstens zo belangrijk. Hoe kan de overheid ons vertegenwoordigen, wanneer wij alleen gedwee meelopen? Hoe kan de wetenschap weten wat belangrijk is om wel of niet te ontwikkelen en toe te passen, als ze niet worden afgerekend op (aansprakelijk zijn voor) de veiligheid, maar er vooral gekeken wordt naar de snelheid waarmee ze iets op de markt kunnen brengen? Het is uw en mijn verantwoordelijkheid om zulke systeemfouten aan te wijzen en te laten herstellen.